De positieve resultaten van de proef met elektronische identificatie hebben de Raad van Beheer doen besluiten
sinds 1 januari 1998 van start te gaan met het chippen van honden. Elektronische identificatie biedt talloze
voordelen tov het tatoeëren. De voordelen van elektronische identificatie zijn
velerlei. Zo kan gesteld worden dat invoering hiervan een belangrijke bijdrage
levert aan het opsporen van vermiste huisdieren. Lange tijd gold tatoeage als
het meest geschikte middel om honden te registreren, maar de aldus aangebrachte
code was vaak slecht te lezen. Tav transponders hebben de Raad van Beheer en
zijn buitenlandse zusterorganisaties positieve ervaringen, in die zin dat
elektronische identificatie een veilige, weinig belastende en fraudebestendige
methode vormt om honden te registreren.
Naast de reeds genoemde voordelen, mag
ook een ander voordeel niet onvermeld blijven: het transpondernummer is
wereldwijd uniek. Volgens de ISO-norm (vastgelegd door de International Standard
Organisation) is ieder land verantwoordelijk voor de uitgifte van exclusieve
codes. Die 'pincode' begint met de landencode, gevolgd door een unieke nummering
van 12 nummers. Er kunnen derhalve geen dubbele nummers op de markt komen. Dit
persoonlijke identificatienummer staat vermeld op barcodestickers, die worden
aangebracht op het aanvraagformulier voor stambomen, het vaccinatieboekje of het
registratieformulier van de Nederlandse Databank Gezelschapsdieren.
De barcode
wordt ook vermeld op de stamboom.
De chip is een klein stukje micro-elektronica, dat door een injectie onder de
huid wordt ingebracht. De chip is ongeveer 13 millimeter lang en heeft een
doorsnede van ongeveer 2 millimeter. Het is een ingesloten buisje van bio-glas
met daarin een microchip en een spoeltje dat fungeert als antenne. Het bio-glas
zorgt er in principe voor dat de chip niet wordt afgestoten en dat het vergroeit
met het weefsel.
De chip doet zelf helemaal niets. Er zit geen batterij in, de
hond zal er niets van merken en de levensduur is vrijwel onbeperkt. Pas op het
moment dat er een afleesapparaat wordt bijgehouden, gebeurt er iets.
Het
afleesapparaat is een elektronisch gestuurd zend- en ontvangstapparaat, dat een
onschadelijk signaal afgeeft, waardoor de chip wordt geactiveerd. Deze geeft dan
de identificatiecode van de hond af, die verschijnt op het scherm van het
afleesapparaat. Dit alles gaat razend snel. Invloed van buitenaf op de chip is
uitgesloten.
Het is belangrijk om de pup na het chippen niet in het nekvel te pakken om op
te tillen of te corrigeren, want de chip heeft enige tijd (ongeveer 2 weken)
nodig om in te kapselen. De eerste 3 dagen wordt geadviseerd geen halsband om te
doen en vooral niet proberen om de chip te voelen.
Nagenoeg alle dierenartsen
met een huisdierenpraktijk beschikken over de nodige afleesapparatuur en kunnen
bij een eventueel bezoek het chipnummer controleren. Ook asielen en
dierenambulances zijn vaak uitgerust met afleesapparatuur, zodat bij weglopen of
zoekraken via de databank van de Raad van Beheer snel de koppeling hond-eigenaar
kan worden gemaakt.