Herkomst De Duitse Herdershond is van origine een herdershond voor het hoeden van schapen. Nog steeds vinden in Duitsland jaarlijks kampioenschappen voor hoedende Duitse Herdershonden plaats. Het motto van Von Stephanitz, de oprichter van de Verein für Deutsche Schäferhunde (1899) was: ?geschiktheid voor het werk is het enige criterium voor schoonheid?. Met dit kynologische concept, dat voortbouwde op de werkeigenschappen, van het ras, legde hij de basis voor het meest geliefde ras ter wereld.
Algemeen voorkomen Draverslichaam, middelgroot, licht gestrekt, krachtig en goed gespierd. De knoken zijn droog en de totaalstructuur is vast.
Schofthoogte reuen 60 - 65 cm; teven 55 - 60 cm
Gewicht reuen 30 - 40 kg; teven 22 - 32 kg
Vacht De correcte beharing voor een Duitse Herder is stokharig met onderwol. De kleuren zijn zwart, grauw, zwart met roodbruine, bruine, gele tot helgrauwe aftekening; vaak een zwart zadel. Wit is niet toegestaan.
Gebruik Veelzijdige gebruikshond die als helper voor de mens nuttige taken verricht als herdershond, lawinehond, blindengeleidehond, speurhond, waak- en verdedigingshond, politiehond. De Duitse Herdershond is daarnaast geschikt als gezinshond.
Gezondheid Zie de WKHS gezondheidsinventarisatie. Fokdieren worden onderzocht op het voorkomen van heupdysplasie; soms wordt elleboogdysplasie bij dit ras vastgesteld.
Aard Veelzijdige, intelligente, leergierige, actieve hond. Gewenst is een evenwichtig, zelfverzekerd, absoluut onbevangen en (zonder prikkeltoestand) volkomen goedaardig karakter. Belangrijk is dat de hond goed gesocialiseerd wordt en van zijn baas een conseqente opvoeding krijgt.
Bijzonderheden Regelmatig kammen en borstelen, tijdens de rui is een ?herderhark? handig.